Op de huid gebakk en kabeljauw met tapioca van mossel met saffraan, bosuitjes, Charentais meloen, Borage Cress en Arbequina Olijfolie
Ingrediënten 4 personen
4 porties kabeljauwrug met vel à 80 g
Hojiblanca Olijfolie van Valderrama (smaak: zachte
tonen van jong groen hout, liguster, tomaat en rucola)
1 kg mosselen
½ fles droge witte wijn
1 gesnipperde ui
peterselie
50 g tapioca
1 stuks Charentais meloen
1 bosje bosui
Borage Cress van Koppert Cress (smaak: komkommer,
oester, zilt)
een paar saffraandraadjes
Picudo Olijfolie van Valderrama (smaak: een ‘nootje’
een ‘botertje’ en een ‘bittertje’)
1 stuks rode grapefruit
Werkwijze:
Kook de mosselen niet te lang in de witte wijn met de gesneden ui en peterselie.
Giet af, bewaar het afgegoten kookvocht.
Bak de kabeljauwrug rustig op de huid aan in de Hojiblanca Olijfolie.
Breng het mosselvocht aan de kook, voeg al roerend de tapioca toe en laat gedurende 10 minuten doorkoken.
De hoeveelheid te gebruiken tapioca is ongeveer 20% van het kookvocht.
Draai met behulp van een parelboortje mooie bolletjes uit de meloen.
Snijd drie van de bosuitjes in dunne ringetjes, snijd de blaadjes van de Borage Cress klein en voeg beide toe aan de meloenparels, vermeng met een scheut mosselvocht en Picudo Olijfolie.
Voeg de saffraan aan de mosseltapioca toe, snijd dunne ringetjes van twee bosuitjes en voeg eveneens aan de mosseltapioca toe.
Afwerking:
Schep wat mosseltapioca op de bodem van het bord. Vermeng de meloen, bosui en Borage Cress met een flinke eetlepel sap van de rode grapefruit.
Verdeel zes mosseltjes over de buitenzijde van de mosseltapioca.
Bestrooi de kabeljauw met wat zeezout en keer de moot op het laatste moment heel even om, zodat de andere kant warmte krijgt. Leg de kabeljauw met de huid naar boven in het midden van het gerechtje.
Verwarm het meloenmengsel slechts twee seconden in een hete koekenpan en schep deze direct daarna over de vis.
Als finishing touch afmaken met de Borage Cress.